
GODELIEVA VAN DER RANDEN Papyrus is een van de oudste schriftdragers die aan ons is overgeleverd. Eeuwenlang lag het in droge en warme condities, waardoor het goed bewaard is gebleven. Nu veel van de stukken in instellingen liggen is het de taak van restauratoren om op het gebied van beheer en behoud zorg te dragen voor deze bijzondere geschriften.
De gelaagdheid van papyrus In het oude Egypte werd papyrus gebruikt om objecten als sandalen, manden en touw te maken, maar de voornaamste toepassing was die van schriftdrager. De oudste, aan ons overgeleverde, papyrusrol is een onbeschreven rol gevonden in de graftombe van Hemaka (datering circa 3000 voor Chr.). Anders dan bij papier, werd papyrus niet gemaakt van pulp, maar van plantstroken uit de stengels van de Cyprus papyrus L. die voornamelijk voorkwam in het gebied van de Nijldelta. Er zijn geen geschriften of voorstellingen bekend uit de oudheid die het precieze productieproces van papyrus beschrijven en we hebben onze huidige kennis over het materiaal daarom vooral te danken aan later verschenen teksten als de Naturalis Historia (70 na Chr.) van Plinius de Oudere en natuurlijk aan de materiële eigenschappen van de overgeleverde objecten zelf.
Door de schaarse beschrijvingen van het productieproces, zijn er nog steeds enkele onduidelijkheden, maar de algemene werkwijze voor het maken van een papyrusvel begon bij het in stroken snijden of in dunne vellen pellen van de plantstengels. De stroken werden daarna naast elkaar gelegd. Op deze onderste laag kwam een tweede laag papyrus, met de vezelrichting loodrecht op de eerste. De lagen werden vervolgens op elkaar geperst of geslagen. Zo ontstonden er vellen met aan de ene kant horizontaal lopende vezels en aan de andere een verticale oriëntatie. De losse vellen konden op hun beurt met een kleine overlap aan elkaar geplakt worden zodat er een rol ontstond. 1 De oude Egyptenaren schreven veelal met rietpennen en zwarte en rode inkt. Ze gebruikten voor hun afbeeldingen een breed scala aan pigmenten zoals Egyptisch blauw en groen, rode hematiet en vermiljoen, loodwit of witte calciet en orpiment. Daarnaast werden kleuren gemengd of verdund om verschillende tinten te creëren. [Afb. 1]
Papyrus werd later ook gebruikt voor codices, de voorloper van het huidige boek. Lange tijd werd aangenomen dat dit gebruik na het begin van de Christelijke jaartelling ontstond, maar in 2023 werd in de collectie van de Universiteit van Graz (Oostenrijk) een papyrusfragment onderzocht uit 260 voor Christus met kenmerken die behoren tot het gebruik in een codex. Dit is zo’n 400 jaar eerder dan de tot dan toe bekende codexfragmenten.2 Ondanks het eeuwenlange gebruik van papyrus wordt het als schrijfmateriaal in de derde, vierde eeuw na Christus langzaam vervangen door het van dierenhuid gemaakte perkament.
1
Schadepatronen
Er kunnen verschillende schadepatronen ontstaan bij papyrus. Om te beginnen is papyrus net als veel andere organisch materialen gevoelig voor verouderingsprocessen als hydrolyse en oxidatie waarbij onder invloed van water of zuurstof chemische afbraak plaatsvindt. Hierdoor ontstaat verkleuring en wordt het materiaal broos. Deze processen worden veroorzaakt of versneld wanneer het object in een ongunstig klimaat bewaard wordt, bijvoorbeeld met een hoge luchtvochtigheid. Daarnaast kan er lichtschade ontstaan of kopercorrosie voorkomen bij koperhoudende blauwe of groene pigmenten. Naast deze vormen van chemisch verval zijn veel papyri aangetast door insectenvraat of is er mechanische schade opgetreden in de vorm van scheuren en verlies van materiaal door veelvuldig hanteren.
Dit artikel verscheen eerder in kM #130 papier (p10-13). Nooit een editie van kM missen? Neem nu een abonnement!
Oude restauraties
Veel papyri zijn in de negentiende en begin twintigste eeuw behandeld. Dit gebeurde in sommige gevallen direct na opgraving, maar overwegend na aankomst in (Westerse) instellingen. Gebruikelijke behandelingen bestonden uit het droogreinigen van de papyrus, doubleren (het verstevigen van een object met een extra materiaal, meestal papier of linnen), consolideren van de recto (voorzijde) en het repareren van gaten en scheuren met verschillende soorten tape. Dikwijls werden de papyrusrollen daarbij opgeknipt in losse vellen, wat het bewaren, hanteren en tentoonstellen vergemakkelijkte, maar waardoor de objecten ook een deel van hun originele context verloren. Hoewel deze oude behandelingen ons inzicht geven in de restauratie- en gebruiksgeschiedenis van een bepaalde collectie, zorgen ze in een aantal gevallen ook voor conserveringsproblemen, omdat ze inmiddels zijn verouderd. Er is vaak gebruik gemaakt van zuurhoudende materialen of zelfklevend tape met als gevolg autonoom verval. Deze materialen zullen degraderen en de papyrus aantasten ongeacht de condities waarin de objecten bewaard worden. Een ander type schade dat we zien bij gedoubleerde papyri, al dan niet in combinatie met een consolidatie, is het ontstaan van vervormingen, delaminatie en schilfering van het papyrusoppervlak. Onder invloed van schommelingen in het klimaat, kunnen de materialen uiteenzetten of krimpen, waarbij de onderste papyruslaag vastzit aan de doublure, maar de bovenste laag afzonderlijk kan bewegen. Hierdoor kunnen de twee papyruslagen hun hechting verliezen, met mogelijk verlies van origineel materiaal tot gevolg. Afhankelijk van de mate waarop een collectie in het verleden is behandeld, bestaat een deel van het huidige werk van restauratoren dus uit het beoordelen van oude restauraties en indien nodig het verwijderen.
2
Papyrus in de spotlights
Het begrijpen van de materiële eigenschappen van een object en de degradatieprocessen is belangrijk bij het juist bewaren en het maken van een geschikt behandelplan. Ontwikkelingen op het gebied van technische analyse maken het mogelijk steeds gedetailleerder onderzoek te doen naar materialen en processen, maar ook met toegankelijkere methoden kunnen we al veel zien. Bij papyrusonderzoek wordt veel gebruikt gemaakt van lichtbronnen als doorlicht en strijklicht. Bij doorlicht wordt er licht door een object heen geschenen. Bij dun materiaal, zoals papyrus, wordt hiermee de interne structuur goed zichtbaar. [Afb. 2] Dit leert ons iets over de opbouw van het vel, het lokaliseert scheuren en zwakke delen en het vezelpatroon kan ons helpen bij het juist terugplaatsen van losgeraakte fragmenten. Bij strijklicht wordt het object aan één zijde door een sterke lichtbron beschenen. Hierdoor wordt de oppervlaktestructuur van het object versterkt. [Afb. 3] Zo kunnen vervormingen en spanningen zichtbaar worden die eerst voor het blote oog verborgen bleven. Hetzelfde geldt voor het lokaliseren van eerdergenoemde vervorming, delaminatie en schilfering.
3
Conservering en restauratie
Bij het beheer en behoud van papyruscollecties spelen verschillende factoren een rol. Als eerste zijn dat omgevingsfactoren zoals klimaat, hoeveelheid licht waaraan de objecten zijn blootgesteld en berging (preventieve conservering). Voor papyrus is het belangrijk dat de relatieve vochtigheid en temperatuur stabiel zijn en niet te hoog, om uiteenzetten en krimpen te voorkomen, verouderingsprocessen niet te versnellen en schimmelgroei tegen te gaan. Daarnaast is een stevige berging belangrijk, zodat de objecten goed te hanteren zijn. Van oudsher wordt veel gebruik gemaakt van berging tussen twee glasplaten. Dit geeft stevigheid en maakt het object aan beide zijden toegankelijk zonder de papyrus direct te hoeven hanteren. Nog steeds is glas een veelgebruikte manier voor het bewaren van papyrus en met ontwikkelingen als UV-werende coating biedt het ook bescherming tijdens tentoonstellingen.
Naast preventieve conservering is het soms ook nodig om de papyrus actief te conserveren. [Afb. 4] Door het fragiele karakter van papyrus proberen we zo terughoudend mogelijk te zijn bij het behandelen. Ditzelfde geldt voor het gereedschap waar mee gewerkt wordt zoals kleine penceeltjes voor het consolideren van losse fragmentjes of vezels en mesjes oorspronkelijk gemaakt voor oogchirurgie. [Afb. 5] In sommige gevallen, zoals bij het verwijderen van schadelijke doublures, is een intensievere behandeling noodzakelijk. Belangrijke uitganspunten bij alle typen behandelingen zijn: behoud van de historische integriteit van het object en reversibiliteit van de behandeling. De materialen die we toevoegen mogen het origineel niet beschadigen en de behandeling moet in de toekomst eventueel ongedaan gemaakt kunnen worden. Ook onze huidige kennis op dit gebied is namelijk onderhevig aan veroudering. Toekomstige restauratoren zullen opnieuw met zorg naar de objecten kijken en wellicht nieuwe afwegingen maken over hoe deze eeuwenoude documenten het beste bewaard kunnen worden.
Foto
1 Vel uit het Dodenboek van Horemachbit, 1196- 1070 v. Chr., Egypte. Collectie Rijksmuseum van Oudheden, Leiden, AMS 33 vel 1.
2 De vezelstructuur van papyrus in doorlicht. Insinger papyrus, 100 v.Chr. – 100 n. Chr., Egypte. Collectie Rijksmuseum van Oudheden, Leiden, F 95/5.1 vel 3.
3 Boven: papyrus onder normale belichting. Onder: papyrus in strijklicht. In strijklicht wordt de vervorming zichtbaar die is opgetreden in het vel. Dodenboek van Ra, 1550-1070 v. Chr., Egypte. Collectie Rijksmuseum van Oudheden, Leiden, AMS 15 vel 1.
4 Gereedschapset voor het restaureren van papyrus. V.l.n.r. een smal pincet, kleine spateltjes al dan niet in combinatie met een mesje, Japans kwastje voor het plaatselijk bevochtigen en penseeltjes voor het consolideren van losse fragmentjes of vezeltjes.
5 Oude randreparaties worden voorzichtig losgeweekt met vocht en verwijderd met pincet en spateltje. Dodenboek van Horemachbit, 1196-1070 v. Chr., Egypte. Collectie Rijksmuseum van Oudheden, Leiden, AMS 33 vel 1.