Een geologie van weemoed

17 februari 2023 - Anke Roder

Het woord ‘beeldhouwen’ zou Lynne Leegte (Luton, 1965) niet snel voor haar werkwijze

gebruiken. Het lijkt ontoereikend, omdat het verwijst naar het letterlijk weghalen van steen terwijl zij haar materialen pas kiest nadat een idee vorm begint aan te nemen. Haar werken zijn sculpturen in de ruimte. Het kunnen fotografische impressies van de ruimte zelf zijn, die als zeventiende-eeuwse diffuse landschappen op nabeelden van herinneringen lijken, of thema’s die gedurende de tijd in verschillende gedaantes vorm aannemen in stof, papier of brons. In haar nieuwe serie beelden van kragen komen de translucente eigenschappen van albast optimaal tot hun recht.

Op de dag van ons interview begint de herfstochtend mistig. Fijn spinrag ligt over de planten, zo ver als het oog reikt, daaraan hangen minuscule druppeltjes die het licht weerkaatsen. Die glinsterende stilte ligt ook over het buitenatelier in Oostzaan, waar de planten rondom de werkplaats bedekt zijn met een fijne witte poederlaag van albast-stof. Hoe verder verwijderd, hoe groener het blad; de vloeiende schakering van het kleurverloop verleent de omgeving een schilderachtige sluier. De wit bepoederde planten die dichtbij staan, tonen juist in hun kleurloosheid op welke wijze licht en schaduw de vorm bepalen.

STRIJKLICHT

Lynne Leegte werkt buiten onder een afdak dat in verbinding staat met haar atelier naast haar huis. Het mooiste licht valt in dit seizoen door de ramen, als het vanuit een lagere hoek met indirect strijklicht de beelden aanlicht. De witte stenen sculpturen absorberen het vallende zonlicht en lijken met innerlijke vlam na te gloeien, waardoor de schaduwen en hoogteverschillen van elk beeld door dubbele weerkaatsing verzacht worden en tegelijkertijd meer reliëf en tekening tonen. Het is een van de unieke eigenschappen van albast, een melkachtige, zachtere steensoort die in meerdere gradaties van wit verkrijgbaar is. Geologie-van-weemoed-afbeedling-4-300x248

STEDEN VAN WIND EN STEEN

Gedurende eeuwen met temperatuurschommelingen en de snellere verdamping van zeewater tijdens periodes van hitte ontstond het gelaagde albast, dat behalve wit ook gekleurde variëteiten kent. Het is een halfkristal van gips, dat in de vorm van knollen in de aarde ontstaat. De donkere korst rond de knollen wordt verwijderd. Albast wordt in slechts enkele landen gewonnen. De stad Alabastron in Egypte was misschien de naamgever van de steensoort. Bij de eerste vindplaatsen ontstonden ook de eerste kunstvoorwerpen rond 3000 v.Chr. – decoratieve objecten en gebruiksvoor- ‘Het licht kan bepalen wat voor werkdag het wordt’ werpen zoals parfumflesjes, grafvazen en kruiken. In middeleeuws Europa werd albast onder meer gebruikt in de binnenramen van kerken. De lichtdoorlatende natuursteen was goedkoper dan glas, maar niet bestand tegen regen. De stad Volterra is een van de twaalf Etruskische steden in Toscane en gebouwd op een heuvel. Albast delft men in die omgeving uit grotten. Vondsten uit de Oudheid tonen rijk bewerkte urnen, waarin men de as van voorouders bewaarde. De charme van het materiaal werd rond de zeventiende en achttiende eeuw herontdekt en de streek ontwikkelde zich tot het centrum van albast in Italië.

SCHETSMODELLEN VAN STOF

Op een tafel in het atelier van Leegte ligt een dichtgeknoopt stoffen kraagje van zijde met een opengewerkt kantpatroon van bloemen als rond model, met knopspelden vastgespeld op een vel karton. Het is een losgetornde kraag van een bloes van haar Schotse grootmoeder Helen J. Wind die haar zeer in haar werk heeft geïnspireerd. Leegte heeft een verzameling van haar kragen bewaard. Er zijn kragen van haar moeder, die als volgende generatie weer andere modellen en stoffen droeg, en ook de losgetornde kraag van Leegtes eigen favoriete bloes zal als geduldig model poseren.Het formaat van het te bewerken stuk albast moet in iets ruimere afmetingen overeenkomen met de verhoudingen en de maat van het schetsmodel. Bij de keus van de ideale steen is ook de kleur wit belangrijk; elke steen heeft zijn eigen karakteristieke oneffenheden en soms aders. Het is een fascinerende ontdekkingstocht, op welke wijze een beeld zich zal gaan onthullen.

DE SCHOONHEID VAN IMPERFECTIE

Artikel-geologie-van-weemoed-afbeelding-1-300x215 Met potlood worden de eerste weg te halen delen op de steen geschetst. Dit schetsen op de steen zal zich gedurende het hele proces steeds gedetailleerder herhalen. De eerste ruwe en globale vorm komt machinaal met de haakse slijper en de freesmachine en handmatig met beitels en klopper tot stand. Hiermee worden de grote lijnen uitgezet: hoogte, breedte en diepte. Met steeds kleinere frezen worden in het albast de vloeiende lijnen van de gebogen stof gevolgd. In dit stadium, waarin de vorm op een gewelfd bergmassief lijkt, doen ook vijlen hun dienst die de vorm verfijnen en kleine krasjes als snelle schildertoetsen op het oppervlak achterlaten. Elke steen kan oneffenheden openbaren en het evenwicht is precair. Lopen bepaalde donkere aders in de steen te veel in het oog en blijken ze zich op cruciale gebieden te bevinden die bij nader inzien als hinderlijk worden ervaren –, dan kan het voorkomen dat een beeld ook in een vergevorderd stadium terzijde wordt gelegd.

ILLUSIE EN SOUPLESSE

In de laatste fase voor voltooiing wordt het gereedschap steeds verfijnder. Met behulp van kleine beiteltjes en vijltjes worden behoedzaam de dieper gelegen delen in het stof weergegeven. Dit

is ook de meest intensieve fase waarin de concentratie en alertheid op haar allerhoogst is. De zachte steen kan breken. Lynne Leegte werkt met uiterste controle en bepaalt opnieuw welke keuzes ze gaat maken. Doel is niet het vervaardigen van een exacte kopie, maar het uitdrukking geven aan stof op een wijze zoals we die kunnen zien bij de schilders in de Gouden Eeuw, die middels stofuitdrukking hun meesterschap konden tonen. Het is deze perfectie die we kunnen voelen in de stillevens van Adriaen Coorte (1665- 1707) of in de levendige losse penseelvoering van Frans Hals (1582-1666). Coortes witte asperges1 lichten op alsof ze van albast zijn, de geschilderde witte kant van Hals ligt als een wirwar van schijnbaar achteloze verftoetsen rond de pols. In deze lijn kun je de beelden van Leegte ervaren: vederlicht als dunne zijde met een gedachte aan kantwerk.

Geologie-van-weemoed-afbeelding-3

SLOW SCULPTURE

Reeds in de oudheid stond de kleur wit symbool voor puurheid en eenvoud. Het is ook een kleur die bedachtzame stilte uitdrukt. Er was een tijd dat het kant handmatig geklost werd met witte linnen draden en een tijd dat een kanten kraag elegant gedragen werd op stemmig donkere stof. De groeiende verzameling gebeeldhouwde kragen van Lynne Leegte staat in verbinding met zowel de kunstgeschiedenis als met haar eigen familiegeschiedenis. Haar albasten beelden zetten fijnmazig kantwerk om in steen. Het zijn versteende herinneringen die als toekomstige fossielen een geologie van weemoed tonen. Tijd wordt versneld tot stilstand gebracht.

Dit artikel staat in KM 120 OVER STEEN

Altijd op de hoogte blijven?

Anke Roder

Beeldend kunstenaar, curator en freelance publicist. Schilderijen en tentoonstellingen te volgen via: Facebook @Anke Roder Studioview &

Artgardening: Instagram @ankeroder en haar website www.ankeroder.nl.

Bekijk meer van Anke Roder