HAN SCHUIL Om in een statement iets neer te zetten over de subjectieve kant van kleur, is naar mijn idee niet mogelijk. Wat ik er heel in het kort over kan zeggen is dat kleur fysiek (kijkend) beleefd wordt en altijd in relatie tot andere kleuren of tot wit en/of zwart, één geïsoleerde kleur bestaat niet. Over die beleving kan je boeken vol schrijven. Waar ik het hier wel over zou willen hebben, waarover je niet veel hoort of leest, is het verband tussen kleur en drager. Wat is de fysieke invloed van de drager op het effect, de uitstraling, van de kleur.
Ik ga het hier hebben over mijn eigen ervaringen met verschillende dragers. Tot nu toe heb ik een aantal dragers gebruikt die het gewenste effect hadden op de kleur en een paar die dat niet, of te weinig, hadden. Het begon uiteraard met linnen (olieverf op linnen, daar wil je op schilderen als je een jaar of vijftien bent).
Wat ik merkte toen ik wat ouder en ervarener werd met verf op linnen was dat ik steeds meer bezig was met het weg-schilderen van de structuur van het linnen.
Ik wilde een vlak oppervlak, geen zichtbaar linnen. Het licht valt anders op een vlakkere huid dan op een huid met meer structuur. Op het vlakke oppervlak straalde de verf meer naar mijn mening. Bovendien onderscheidt het werk zich zo qua huid (het onder de verf zichtbare linnen is weg-geschilderd) ten opzichte van het ‘clichématige’ altijd aanwezige (zichtbare) linnen. En omdat het oneindig laag over laag schilderen, alleen om de huid vlak te krijgen, me begon te vervelen ging ik op zoek naar andere dragers.
Kaarsvet
De voornaamste noem ik hier. Het begon met linnen over houten panelen spannen en dat linnen smeerde ik dan in met gesmolten kaarsvet dat ik vervolgens vlak schrapte. Daarna beschilderde ik de kaarsvetlaag met dunne olieverf. Een vorm van poor man’s encaustiek dus. Het kaarsvet zoog de olieverf sterk op en dat gaf een diep en fluweelachtig effect. Het beviel me zeer. Maar ik stopte ermee omdat het kaarsvet enorm kwetsbaar is. Als drager was kaarsvet schilderkunstig dus zeer geschikt voor me, maar praktisch gezien was het onmogelijk materiaal.
Hout
Hout was het volgende materiaal, daar heb ik 3 of 4 werken mee gemaakt. Een rijtje planken en ik had een paneel maar ook al werkte ik met olieverf en gesso als grond, het bleven gewone planken met verf. De kleur kreeg niet het stralende wat ik beoog(de), het ontsteeg niet wat ik dan maar even het ‘plankengevoel’ of ‘huis, tuin en keuken’ noem. Exit hout.
Blik
Volgende stap waren blikken plaatjes (alleen te krijgen in de maten 60 x 40 cm) die ik op een ingewikkeld houten frame monteerde (ingewikkeld vanwege de geringe maat van de plaatjes). Ik schuurde de plaatjes en beschilderde het ontstane paneel met verdunde olieverf (altijd met peut). Er ontstond een reactie tussen blik en verf, het blik gaf een zwarte stof af die zich vermengde met de verf.
Hierover schilderde ik nog een aantal dunne lagen pure kleur (het blik gaf niet meer af vanwege de eerste gedroogde verflaag). Het gaf de kleur een diepe en broeierige uitstraling. Als ik meer lagen verf toevoegde verdween de broeierige uitstraling van de kleur steeds meer en werd de kleur helderder. Het werken met blik op deze manier beviel mij. Maar het maken van de frames en het moeilijke bevestigen (lijmen) van de plaatjes was me te arbeidsintensief en bovendien niet erg stevig (de plaatjes lieten los).
Aluminium
Grotere platen dus, niet verkrijgbaar in blik, dus koos ik voor aluminium. Bij het beschilderen gaf het aluminium min of meer dezelfde uitstraling als die van blik. Van ‘zompig’ tot knalhelder. Ik was in staat grote werken te maken door grote platen aluminium op een aluminium frame te popnagelen. Tot op de dag van vandaag werk ik met deze drager. Soms rechtstreeks op geschuurd aluminium (zowel blik als aluminium hebben een coating van kunststof, die moet ik eerst verwijderen om te kunnen schilderen), voor de ‘broeierige’ sfeer en soms eerst geprepareerd met vele lagen titanium wit alkyd voor de heldere kleuren. Ik gebruik ook regelmatig gewone lak of autolak, dat gecombineerd met het aluminium een meer industriële uitstraling geeft. Ook hier dus de mogelijkheid ‘zompige’ kleur naast knalheldere kleur te zetten. Aluminium is ook deukbaar waardoor er schaduweffecten ontstaan in de drager die de kleur sterk beïnvloeden, hier maak ik regelmatig gebruik van. Een tijdje heb ik de aluminium platen gecombineerd met koperen platen. Die koperen platen vormden dus een onderdeel van de drager. Ik beschilderde ze met zoutzuur waardoor er intense groene kleuren ontstonden.
Het moge duidelijk zijn dat, in ieder geval voor mij, de drager een belangrijke rol speelt in de uitstraling van kleur.
Dit artikel komt uit kM #125 over kleur. Abonneer nu via deze link.