Druk enter om te zoeken

September 16 2024

Marc Marc en zijn algoritmes

Marc Marc en zijn algoritmes

Categorieën: Erik Luermans, Interview, en kM 126

Tags:

ERIK LUERMANS Marc Marc (1958) was er in de jaren tachtig van de vorige eeuw vroeg bij met zijn fascinatie voor de computerbeeldtaal. Recent leverde hij een belangrijke technische en artistieke bijdrage aan de tentoonstelling Small Hybrid Forms in Zone2Source in Amsterdam. kM sprak met hem.

1 Marc Marc, Auto-Composing, periode 1987-2001, afmetingen variabel en afhankelijk

‘Ik lees een elektronicaschema als een partituur’

2 Marc Marc, Auto- Composing, periode 1987-2001, afmetingen variabel en afhankelijk van pixelgrootte.

Onlangs was de expositie Small Hybrid Forms te zien in het Glazen Huis in het Amstelpark, Amsterdam.1 De installatie Excitation Station van Christiaan Zwanikken stond centraal. Je aandeel hierbij was significant. Waaruit bestond je bijdrage? 

MM Ik zie mezelf in deze tentoonstelling als secondant van Christiaan in de functie van elektronica-ontwerper en ontwikkelde voor en met hem gereedschap en materialen ten behoeve van zijn ideeën. Ik heb een arsenaal aan electronicamodules ontworpen en gebouwd. Daarnaast is ook de grafische presentatie van mijn hand.

Hoe kwam deze samenwerking tot stand? 

MM Christiaan en ik kennen elkaar al langer, we delen veel interesses. We hebben eerder al, in 2013, samengewerkt. Zijn onderzoek naar de relatie tussen natuur, het leven van planten, en ons, mensen, is erg interessant, zeker ook omdat het Artscience Lab Hybrid Forms aan de VU, Amsterdam ons tijd en middelen ter beschikking stelde om experimenten op te zetten en in installaties uit te werken. Waar Christiaan op de verbeelding zit, ben ik in deze samenwerking meer een creatieve technicus. Ik lees een elektronicaschema als een partituur. De samenwerking met Christiaan heb ik als een mooie synergie ervaren.

 

Wat bracht het VU-lab zelf in, naast geld, middelen en tijd? 

MM Zij gaven ons inderdaad alle ruimte, bijzonder. Misschien dat louter wetenschap of, beter, een louter wetenschappelijke benadering van dit onderzoek te eenzijdig zou zijn en dat onze artistieke creativiteit onontbeerlijk is? Misschien het besef dat het samengaan van wetenschap, techniek en kunst het onderzoeksresultaat kan vergroten? Het kwam op mij over als een Renaissancistische denkwijze.

En jouw bijdrage zelf gedurende dit traject van meer dan een jaar?

MM In eerste instantie bestond mijn bijdrage uit het ontwerpen en bouwen van een speciale versterker waarmee Christiaan signalen van planten zou kunnen opvangen. Van een specifieke opdracht werd het een nauwe samenwerking waarin hij zijn Excitation Station kon ontwikkelen en kon werken aan de vormgeving van de presentaties. Hij heeft hiervoor een arsenaal aan modules ontworpen, later aangeduid met de naam Laurénce. Planten praten niet en zijn ook verdomd slechte muzikanten. Het meten aan de flora met Laurénce leverde een complex beeld op van signalen die voor van alles en nog wat konden worden gebruikt: voor licht, voor beweging en natuurlijk het beeld. En het mooie is dat we zo ook in de buurt kwamen van mijn ander werk, de grafische verbeeldingen via de Auto-Composer.

Ja, dat werd voor jou natuurlijk een interessant bijkomend aspect. Je houdt je al langer bezig met wat jij noemt de Auto-Composer. Wat kun je hierover vertellen? 

3.Marc Marc, Biogrammen, algoritmisch, 2023, afmetingen variabel en afhankelijk van pixelgrootte.

MM De Auto-Composer is voor mij zoals het woord al zegt: een poging tot het automatiseren van mijn creatieve proces als schilder en tekenaar in de vorm van een computerprogramma. Dat programma bestaat uit algoritmes die intern gegenereerde numerieke waarden omzetten in grafische beelden. Er wordt voor het oog van de kijker getekend en als de kunstenaar beslist dat het beeld klaar is wordt het proces gestopt. De computer krijgt via algoritmes informatie toegespeeld die vervolgens in beelden worden omgezet waarbij ik invoer en selecteer. Even arbitrair dus als de schilder die op een bepaald moment concludeert dat zijn doek klaar is. Ik noem het ook wel Art Moderne, een naam die kunst duidt die door software wordt ontwikkeld. Art Moderne wordt gepresenteerd als een installatie met één of meer computers die dit proces tonen. Ik ben hier al in de negentiger jaren mee begonnen met presentaties in het Canon Image Center in Amsterdam en vooral in Moskou, waar ik veel waardering kreeg. In 1987 kwam de computer mijn atelier binnen en dit moment heeft mijn kunstenaarsleven bepaald. Ik zag eindeloze mogelijkheden maar tegelijk was er in technische zin voor een kunstenaar nog bitter weinig bekend of ontwikkeld. Ik doel dan vooral op software.

En hoe zit het met de stap van Auto-Composer naar Artificial Intelligence, dat in relatie tot schrijven en kunst maken nu veel aandacht krijgt? We hebben het AI-interview gehad met een coureur die lang in coma lag en het AI-Vermeer schilderij is ook al klaar. 

MM Als AI in 1987 zou hebben bestaan dan zou het geen waarde hebben gehad voor mijn uitgangspunten. Immers, de AI-beeldgenerator verzamelt en genereert beelden naar de stijl en techniek van de kunstenaar en meestal in (semi-)figuratieve zin. Mijn grafische algoritmes produceren beelden van een kunstenaar die op dat moment in een proces zit en keuzes maakt en daar steeds weer nieuwe beelden bij maakt en laat maken. In feite kan deze Artificial Artist, na programmering de Auto-Composer dag en nacht beelden laten maken. De pauzeknop kan het resultaat bepalen.

4. Marc Marc, Biogrammen, algoritmisch, 2023, afmetingen variabel en afhankelijk van pixelgrootte.

Hoe ben je opgeleid? De opleidingen stonden begin jaren tachtig van de vorige eeuw niet bepaald open voor het gebruik van computers. MM Dat is zeker waar, ik heb veel tegenstand gekend en zeker ook onbegrip. Van huis uit ben ik vertrouwd met kunst. Ik ben opgegroeid met de lucht van terpentijn. Mijn beide ouders schilderden. Dus de stap naar de academie was destijds min of meer vanzelfsprekend. Eerst de kunstacademie in Breda (1976), vervolgens in ’s-Hertogenbosch (1977-1980)2. Beide academies heb ik niet afgemaakt. In zekere zin ben ik autodidact als het gaat om mijn kunstenaarschap. Ik was misschien ook wel te recalcitrant, ik kon bijna nergens terecht met mijn ideeën. Er bestonden veel vooroordelen. De eerste computer waarmee ik aan de slag ging was de Atari-ST-computer die ik kocht in 1987, en daarmee heb ik tot ongeveer 2001 gewerkt. Ik heb toen veel van mijn tijd in programmeren gestopt en in het ontwikkelen van gereedschap en materialen. Dat was ook de tijd van wat ik noem de Auto-Composing. Daarna, vanaf 2006, heb ik de software omgekat naar de PC, waarmee ik mijn beeldtaal kon uitbreiden.

Terug naar het Glazen Huis. Hoe kunstzinnig is het gebruik van algoritmes in de presentatie van Excitation Station? Of, hoe moeten we dit zien?

MM Al gauw bleek dat de software die ik voor de Auto-Composer gebruikt had niet een op een kon worden ingezet. Ik ben van scratch af begonnen met een kleine microcontroller en klein kleurenscherm. Uiteindelijk kon ik twee weken voor de expositie beschikken over de algoritmes die op basis van opgevangen plantensignalen een grafische output gaven. Dat zijn de beelden die op de schermen zichtbaar waren voor het publiek, waarbij moet worden gezegd dat de feitelijke beelden het resultaat zijn van de beslissing om dit of dat te selecteren. De hand van de kunstenaar bepaalt. Zo’n algoritme bestaat op het oog uit niets anders dan cryptische en foeilelijke technische semantiek. Het zijn in feite allerlei blokjes met gegevens. Maar de kunstenaar maakt op basis van zijn rationele, technische kennis een impulsieve beslissing. Die tegenstelling is eigenlijk ook een paradox, dat is vaak lastig. De plantdata die ik voor de algoritmes gebruikte, waren opnames van planten die Christiaan met een datalogger had verzameld. Daarover kon ik als soort basis of playback beschikken. Vervolgens hebben we geëxperimenteerd met de samples data voor de toewijzing van kleur, vorm en compositie op het beeldscherm. Met control voltages konden we de parameters reguleren die voor ons van belang waren. De tijd speelt een belangrijke rol in het beeld: steeds weer worden de oude gegevens door nieuwe overschreven waarmee een dynamisch tijdsbeeld ontstaat.

En de presentatie zelf? 

5.Marc Marc, Biogrammen, algoritmisch, 2023, afmetingen variabel en afhankelijk van pixelgrootte.

MM Het is niet eenvoudig een mooie en tegelijk ook informatieve installatie op te bouwen, toegankelijk voor een breed publiek. De vormgeving van Excitation Station deed Christiaan. Hij koos ervoor om de grafische output van mijn algoritmes van de kleine schermen via webcams naar drie hele grote schermen over te zetten. De grote schermen speelden een essentiële rol in de beleving van de dynamiek van de interactieve installatie. Er was veel interactie met publiek. Natuurlijk was er ook het geluid, dat we konden oproepen door het aanraken van planten, een belangrijke factor in de beleving van de presentatie. En nog los van deze presentatie, is de kennis over de plantenwereld op basis van artistiek- wetenschappelijk onderzoek, iets wat veel mensen interesseert, zeker in deze tijd.

Dit artikel verscheen eerder in kM 126 Kunst & Wetenschap (p. 32-35), geschreven door Erik Luermans. Wil je dit hele artikel nummer lezen, kijk dan hier! Of neem een abonnement

Online
Marcmarc.home.xs4all.nl

Noten 

1 Smart Hybrid Forms, tentoonstelling van Christiaan Zwanikken en Špela Petricˇ in Zone2Source (Het Glazen Huis, Amsterdam), 2022/23. Titel installatie Zwanikken: Excitation Station.

2 De Academie voor Beeldende Kunsten Sint-Joost in Breda en de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving (AKV) in ’s-Hertogenbosch zijn inmiddels samengegaan onder de naam St. Joost School of Art & Design.