Druk enter om te zoeken

September 16 2024

Categorieën: Edith Rijnja, Jong, en kM 128

Tags:

1

EDITH RIJNJA – In het werk van Amol K Patil schemert steevast de geschiedenis van zijn familie door en de omgeving waarin hij is opgegroeid. Hij voelt zich sterk verbonden met de kritische poëzie van zijn grootvader, een Powada-zanger, en de politieke theaterstukken van zijn vader. Vlak voor vertrek naar Taiwan voor zijn solotentoonstelling in Taipeh sprak kM hem.

Terugkerende thema’s in het werk van Patil zijn: sociale ongelijkheid; discriminatie op basis van huidskleur, het Indiase kastenstelsel en de ermee gepaard gaande uitsluiting in de maatschappij. In een werk uit 2022 reflecteert hij op de Indiase straatvegers Black Masks on Roller Skates. Hij ontwikkelde voor Documenta 15 een performance waarbij hij mensen op rolschaatsen uitrustte met schoonmaakborstels en speakers waaruit arbeidersliederen klonken die zijn vader ooit verzameld had, waarmee hij hun problematiek relateerde aan de status en arbeidsomstandigheden van andere arbeiders. Amol K Patil (1987, Bombay, IN) groeide op in een chawl, een van de vele 4-5 verdiepingen hoge flatgebouwen die begin twintigste eeuw in Bombay verrezen om mensen uit de lagere arbeidsklassen te huisvesten. Hij was nog jong toen zijn vader overleed.Omdat hij altijd aan het tekenen was vond zijn twaalf jaar oudere broer dat hij naar de kunstacademie moest, illustrator worden. En zo geschiedde, al koos Amol voor de beeldende kunsten. ‘Alles daar was magie voor mij’, vertelt hij. ‘Ik keek mijn ogen uit. Vrienden leerden mij Engels. Met een computer had ik nog nooit gewerkt. Ik leerde mezelf Photoshop en editen met behulp van YouTube-filmpjes.’ In 2009 kwam Patil van de academie. In 2012 sloot hij zich aan bij Clarks House Initiative, een alternatieve kunstplek voor tentoonstellingen, lezingen en bijeenkomsten in Bombay. Vanaf die periode begon zijn kunstenaarschap vorm te krijgen.

Huis- en straatstof

Rond die tijd begon Patil zijn research naar de schoonmakers (‘sweepers’) van Bombay. Hij interviewde hen over hun sociale omstandigheden en het leven in de chawls. Hij besloot om zich bij hen aan te sluiten. Elke ochtend om 6 uur ging hij met de schoonmakers op pad; vegen en afval verzamelen, onder andere stof uit de chawls. Het vuilstof sorteerde hij op kleur in grote zakken. Voor zijn tentoonstelling destijds in Stedelijk Museum/Bureau Amsterdam (2015) maakt hij er een video over en een installatie, Sweep Walking. De sculpturen in dit werk bestonden uit huis-tuin-en-keukenobjecten die in de straten van Bombay waren achtergelaten en die hij tegenkwam tijdens zijn veegwerk. Hij bestreek de objecten eerst met lijm en vervolgens met het opgeveegde stof. ‘De emotionele en fysieke betekenis van een materiaal vind ik heel belangrijk,’ vertelt Patil. ‘Objecten dragen herinneringen in zich van een plek. Mijn werk is ook een aanklacht: De meeste schoonmakers stoppen voor hun veertigste door stoflongen.’ In zijn tekeningen refereert hij regelmatig aan de ‘sweepers’. Achter grote, zwarte stofwolken kun je nog net hun voortbewegende voeten of zwaaiende armen ontwaren. Alsof hun lichamen exploderen door constant omringd te zijn met schadelijke stoffen.

2
2

Donkere huid

Een materiaal dat voor Patil eveneens veel betekenis in zich draagt is brons. ‘Brons kun je op zo’n manier patineren dat het een bruine huid krijgt, de donkere huidskleur van de arbeidersgemeenschap. Daarvoor is het voor mij een belangrijk materiaal.’ Zijn eerste kleine bronzen, figuren van zo’n 20 centimeter hoog, liet hij in onderdelen gieten in Bombay. Daar zijn veel kleine, lokale bronsgieters die normaal gesproken geen kunstwerken gieten. Lokale bronsgieters assembleerden de verschillende onderdelen, waarna hij zelf de objecten afwerkte en patineerde. Inmiddels heeft hij in Kerala (Zuid-India) met een vriend een eigen bronsgieterij voor kleine objecten.

Muur

In zijn huidige schilderingen op paneel experimenteert Amol K Patil met verfbehandelingen om de sfeer van door de tijd aangetaste oppervlaktes te creëren, een ondergrond met craquelures. Hij gebruikt daarvoor een combinatie van doodgewone muurverf en acrylverf. In Taipeh, bij TKG Projects, toont hij dit werk met als titel Lines Between the City. Het gaat over werkelijke en denkbeeldige grenzen. Over de lange afstanden die mensen dagelijks moeten afleggen vanuit de buitenwijken van de stad naar hun werk. Maar, zoals in al zijn werk, evenzo over onzichtbare barrières.

Tekenen

Tekenen is voor Patil het begin van alles. Qua uitvoering laat hij geen materiaal of techniek onbenut: bronzen sculpturen, kinetische objecten, schilderingen op paneel, muziek, performance. Tijdens de Kochi-Muziris Biennale (IN) en in zijn solotentoonstelling The Politics of Skin and Movement onlangs in de Hayward Gallery, Londen toonde hij een grote installatie met tafelachtige objecten, kamers noemt hij ze. In de lades ervan laat hij het zand bewegen, kinetische objecten waarbij het lijkt alsof je iemand onder het oppervlak ziet ademen of bewegen. Ze symboliseren de overheidskantoren, waar bezette gronden en grondaankopenin Bombay worden geregistreerd. Voor het geluid bij deze installatie werkte hij enkele maanden samen met Yalaar Sanskrietik Manch, een groep Powadazangers uit Bombay.1 Als basis voor muzikale samenwerking diende de poëzie en liederen van zijn opa en nieuwe teksten van hemzelf. De teksten op rijm zijn kenmerkend voor Dalitprotestsongs.2 De uitvoering is in de klassieke muzikale traditie van de groep met de typerende Indiase instrumenten. Elk lied bevat vragen, dialogen en antwoorden, het is een speelse manier van storytelling liederen.

‘Ik wil met mijn werk een open discussie over bestaande hiërarchische structuren aanzwengelen, waarin jonge generaties uit de maatschappelijke onderklasse nog steeds in onderbetaalde banen werken maar wel ‘s avonds theater beoefenen als een manier om hun plek in deze gebroken maatschappelijke structuren terug te winnen.’ Ook hier gaat het over discriminatie en uitsluiting.’ In 2024 zal zijn werk tijdens Rijksakademie Open Studios te zien zijn.3

Noten

1 Sinds de zeventiende-eeuw is er een traditie van protestliederen in India, Powada, genoemd. In deze liederen wordt vooral geageerd tegen het kastenstelsel.

2 Dalits (‘onaanraakbaren’), behoren tot een groep van zo’n 260 miljoen mensen die in landen als India onder aan de maatschappelijke ladder staan.

Foto’s

1 Amol K Patil, The Politics of Skin and Movement, 2022.

2 Amol K Patil, Presentatie Rijksakademie Open Studios 2023 (detail).

3 Amol K Patil, The Politics of Skin and Movement, 2022.

 

Tekst: Edith Rijnja

Kunst: Amol K Patil

 

Dit artikel komt uit kM #128 Licht & Donker (p.10-11). Abonneer nu en ontvang 4x per jaar alles over kunst & materiaal.