Druk enter om te zoeken

May 18 2024

Het Palet van Schilderijenrestaurator Carol Pottasch

A N N E L I E S VA N  LO O N E N   S A N N E K E S T I G T E R Elke kunstenaar, restaurator en decoratieschilder heeft een eigen palet en techniek om bepaalde effecten te bereiken. Schilderijenrestaurator Carol Pottasch onthult welk palet zij gebruikte voor het retoucheren van een paneel van Rogier van der Weyden.

Als schilderijenrestaurator bij het Mauritshuis heeft Carol Pottasch jarenlange ervaring met het behandelen en retoucheren van oude meesters. Zo werkte zij aan schilderijen van Adriaen Coorte, Jan Steen, Rembrandt van Rijn en Johannes Vermeer. Recent werkte ze aan een groot eikenhouten paneel van Rogier van der Weyden, De bewening van Christus (1460-1464). Na het afnemen van vergeelde vernis, verkleurde retouches en mogelijk overschilderingen, bevindt het schilderij zich in een zogenoemde stripped state. Het is in zijn meest kwetsbare toestand, en laat zien wat nog origineel is. Alle beschadigingen liggen bloot. Daarna volgt een zorgvuldig proces van opbouwen om het schilderij weer toonbaar te maken. Een nieuw vernis moet de kleuren opnieuw verzadigen en de originele verf tegen stof en andere invloeden van buitenaf beschermen. De beschadigingen in de originele verf worden gevuld tot een fractie onder het niveau van de beeldlaag, en  vervolgens wordt de vulling ingekleurd om de voorstelling weer leesbaar te maken. Dit laatste proces wordt retoucheren genoemd.

“Olieverf is niet goed reversibel en donkert na.”

Het gebeurt met materialen die reversibel zijn, dat wil zeggen dat ze ook weer makkelijk verwijderd moeten kunnen worden zonder de originele verf te beschadigen. Ook moet een retouche stabiel zijn en niet anders verkleuren dan de originele laag. Dit betekent dat een olieverfschilderij niet wordt geretoucheerd met olieverf en dezelfde pigmenten als in het schilderij, zoals vaak wordt gedacht. Olieverf is niet goed reversibel en donkert na. Ook veel historische pigmenten verkleuren snel. Of ze zijn giftig, zoals loodtingeel en vermiljoen. Daarom wordt gekozen voor moderne varianten (zie toelichting onderaan de pagina).

Voor het paneel van Rogier van der Weyden werkte Carol met losse pigment poeders. ‘Die meng ik op een palet met een synthetische hars (in dit geval Mowilith 20, een polyvinylacetaat hars) en oplosmiddel (in dit geval ethanol) tot retoucheerverf’, licht Carol toe. ‘Hele kleine beschadigingen kun je met een paar stipjes verf al integreren, maar grotere lacunes bouw ik meestal in meerdere laagjes op. Niet meer dan drie pigmenten bij elkaar in één verflaag, anders wordt de kleur dof.’ Met een dun langharig penseel, dat in de opgeloste hars is gedoopt, worden enkele korrels opgepakt en uitgestreken op een blok met paletpapier. Daarop wordt overtollig bindmiddel afgestreken en de verf gemengd of verdund voor de juiste kleur, waarmee de gevulde lacunes vervolgens worden geretoucheerd. In een diamantdoos zitten 23 verschillende pigmenten met elk unieke eigenschappen qua kleur, transparantie en dekking, die allemaal zijn gebruikt om de De bewening onzichtbaar te herstellen. Het schilderij is inmiddels terug op zaal, waar bezoekers de oorspronkelijk heldere en stralende leuren weer kunnen bewonderen.

Toelichting Losse Pigmenten – Het Palet van Schilderijenrestaurator

Dit artikel verscheen eerder in kM 126 geschreven door Annelies van Loon en Sanneke Stigter. Wil je meer artikelen lezen, neem dan een ABONNEMENT.