Druk enter om te zoeken

April 26 2024

Categorieën: Edith Rijnja, Informatief, kM 122, Olieverf, en Schilderen

Tags:

Jochem Mestriner (1998) associeert met beeld en taal. Stuit hij op een probleem binnen het schilderen dan gaat hij schrijven. Door te schrijven reflecteert hij op zijn werk, op boeken die hij leest, films die hij ziet, de kunstgeschiedenis en gebeurtenissen in zijn persoonlijk leven. De vele verhaallijnen die hieruit voortkomen brengt hij weer samen in zijn schilderijen en bepalen zijn beeldtaal.

Een boek waar Jochem sinds zijn studietijd enorm door is gegrepen is De zangen van Maldoror van Comte de Lautréamont, pseudoniem van Isidore Ducasse (1846-1870), een van de vroegste en
fantasierijkste voorbeelden van surrealistische proza. Lautréamont beschrijft hierin een extreem bizarre wereld waarin poliepen, spermatozoön, hermafrodieten, vampiers, haaien, grafdelvers en vele andere personages en personificaties in absurde, duistere gebeurtenissen figureren. Mestriner: ‘Het boek gaat in zekere zin uit van het pure kwaad in de mens. Ik heb nog nooit iemand zo fantastisch en rijk met taal en associaties zien omgaan als Ducasse. Binnen het schilderen zoek ik diezelfde vrijheid.’

Jochem Mestriner studeerde in 2021 af aan de HKU en ontving afgelopen jaar zowel de Sluijters Prijs als het Dooyewaard stipendium. Het stipendium leverde hem naast een geldbedrag een atelierwoning voor een jaar op in Blaricum. Daar werkt hij als ik hem spreek met permanent geopende ramen. ‘Ik schilder met olieverf en erg verdund. Gisteren heb ik 400 milliliter gamsol in een schilderij gebruikt, op zich het beste oplosmiddel dat er is. Toch probeer ik het contact tot een minimum te beperken. Door de verf te verdunnen met gamsol verkort de droogtijd en droogt deze mat; beide kwaliteiten zoek ik binnen de toepassing van verf. En het schildert erg prettig. Op de academie werkte ik veel met terpentine. Dat is heel effectief om verdund in lagen te werken, maar tegelijkertijd is het ook heel schadelijk.’

BALLONERENDE SPINNEN

Mestriner verbindt tijdens ons gesprek moeiteloos Der Himmel über Berlin van Wim Wenders aan ballonerende spinnen die zichzelf op statische energie en de wind vele kilometers weg kunnen laten vliegen. Twee werken naar aanleiding van dit fenomeen presenteerde hij op de tentoonstelling van de Sluijters Prijs tijdens de laatste KunstRai. Dat de kijker er wellicht iets heel anders in ziet vindt hij niet erg. ‘Ik heb liever dat de verhalen achter mijn schilderijen een soort enigma zijn waar ik zelf naar kan refereren en op door kan bouwen, dan dat ze voor de kijker binnen handbereik liggen.’

JANSKERK

Via zijn bewondering voor Odilon Redon, Rob Birza, René Daniels, Allison Katz en Gustave Moreau komen we te spreken over zijn werk voor de Janskerk in Utrecht, zomer 2022. Het wordt een installatie van schilderijen in relatie tot het kerkgebouw en de Christelijke mythologie. In deze serie speelt de gedaante van een vlinder een grote rol: ‘In oud-Nederlands heet een vlinder een “kapel”. Kapellen zijn tegelijkertijd ook bedevaartsoorden en bewaarplaatsen voor relikwieën. De vlinder functioneert daardoor als een herberg waar uiteenlopende associaties samen kunnen vallen en waarin zich een ruimte ontvouwt voor veel mogelijkheden.’ Hij vertelt over de sint-jansvlinder die behoort tot de familie van de bloeddrupjes vanwege een vorm van bloedspatjes op diens vleugels. Hij koppelt dit gegeven probleemloos aan de onthoofding van Johannes de Doper, de heilige naar wie de kerk vernoemd is. Het is zijn manier om een geestelijke dimensie toe te voegen en te visualiseren in zijn schilderijen voor de
Janskerk.

BETROKKENHEID

‘Ik denk dat mijn huidige schilderijen helemaal geen invloed hebben op de maatschappij. Ik geloof niet dat die iets te weeg brengen behalve bij degenen die in schilderkunst, en natuurlijk in mijn fantasie geïnteresseerd zijn.’ Jochems geëngageerdheid komt eerder tot uiting in zijn betrokkenheid voor de Janskerk. Hij dook diep in de geschiedenis van de kerk en wat de specifieke context hem bood. Zijn schilderijen reflecteren op en verbinden objecten en elementen in de kerk en fungeren als trait d’union tussen de verschillende beeldtalen en geschiedenissen.

Dit artikel staat in KM 122 OVER ENGAGEMENT Wil  je meer lezen over kunst materialen? Abonneer dan nu via DEZE LINK